Voor de mensen die mijn Tweets een klein beetje in de gaten houden, is het geen verrassing dat vriendinnetje P. en ik na de vakantie zijn begonnen met tennissen. Beide hebben we in een grijs verleden al eerder op de tennisbaan gestaan. En nu na jaren hebben wij ons aangemeld bij de plaatselijke sportschool om één a twee keer per week een zooitje ballen naar elkaar te meppen.
Het was zowiezo dus al heel lang geleden dat wij op een tennisbaan hadden gestaan. Dus de eerste paar potje waren natuurlijk een drama. Leuk voor de toeschouwers (mochten die er geweest zijn), maar een dramatische ervaring voor onszelf. Een poging om gewoon eens tien keer een bal over te spelen naar elkaar bleek de eerste paar keer al een hele opgave. Maar net als fietsen geloof ik dat je de basis van tennis nooit helemaal verleerd, dus na een aantal keer spelen, raakte de tennismachine in ons meer en meer geölied.
Nu heb je op de gemiddelde tennisbaan dat je met een flinke overdosis tennis-vooroordeel om de oren wordt geslagen. Denk daarbij aan tenniskleding, witte sokken, etc. etc. De tenniswereld heeft de neiging (nog steeds) om redelijk eenvoudig tot een elitaire vertoning te verworden. Na twee keer tennissen kocht ik mijzelf de nodige tenniskleding + bijpassende schoenen. Eenmaal thuis bekeek ik mijzelf in de spiegel en moest tot de conclusie komen dat ook ik inmiddels aan die vooroordelen voldeed .
Maar dan is er nóg een verschijnsel in de tenniswereld, waar ik me toch maar moeilijk overheen kan zetten; de tennisleraar. De tennisleraar is super relaxed, en weet het allemaal beter. Dat is nog niet zo erg, daar ben je ten slotte tennisleraar voor. Maar moet je dat nou zo nodig non-stop over alle tennisbanen heen schreeuwen?
Met (tè) grote regelmaat, staat op de tennisbaan naast ons een willekeurige tennisleraar met zijn leerlingen. Deze leerlingen zijn in twee groepen te delen; kinderen en volwassenen. Volwassenen vind ik prima, die kiezen (als het goed is) met vol bewust zijn ervoor om zich af te laten blaffen door een tennisleraar, maar kinderen… mensen neem ze toch alsjeblieft in bescherming.
De categorie kinderen is overigens ook weer onder te verdelen in twee groepen; het gemiddelde kind (te herkennen aan de groepslessen) en de kind-sterretjes-in-wording. Deze laatste groep is het meest tenenkrommend. Deze krijgen namelijk individueel les, en worden daarbij gedrilled alsof het volwassenen zijn. En het ergste is, de ouders staan erbij en kijken ernaar.
Als ik een tennisleraar tegen een meisje van 9 a 10 jaar hoor zeggen “Come on, push yourself!”, is het dan heel erg dat ik afhaak?
En daar komt dan dus nog bij, ongeacht wie de tennisleraar staat te trainen, dat de tennisleraar altijd aan het schreeuwen is. Altijd. En dat gescheeuw is vier banen verderop nog te horen. Sterker nog, vier banen verderop sta je je er nog steeds aan te ergeren! Huur dan alle vier de banen af, als je zo nodig keihard wil schreeuwen.
Dit alles klinkt heel erg, en heel irritant, maar dit valt echt allemaal nog mee. Veel erger is de attitude waarmee de gemiddelde tennisleraar rondloopt. Ik heb het er nog geen eentje hardop horen zeggen, maar de eerste die ik het hoor doen, die krijgt direct een bal naar z’n hoofd. De gemiddel tennisleraar straalt namelijk uit; Ik ben hier niet voor mijzelf, ik ben hier voor jullie.